Supercar Challenge
De Supercar Challenge wordt georganiseerd door Dick van Elk en Renate Vissers, met de hulp van een groot aantal vrijwilligers. Er wordt gewerkt onder de ‘paraplu’ van V-Max Racing Management B.V. (VRM) uit Breda, die de gehele administratie voor zijn rekening neemt.
Anders dan bij de ’Cupklassen’ die Nederland rijk is, is er geen inbreng van autofabrikanten of importeurs. VRM is onafhankelijk en draait geheel op de inschrijfgelden en sponsorbijdragen. Hierdoor kan de Supercar Challenge een geheel eigen weg volgen. Uitgangspunt is het organiseren van autoraces voor GT’s en toerwagens tijdens A-evenementen op circuits in binnen- en buitenland. Hierbij wordt de stelregel aangehouden dat het circuit in maximaal 1 dag bereikbaar moet zijn.
De races
In de afgelopen jaren zijn er ruim 100 races verreden tijdens grote evenementen op tal van circuits, zoals natuurlijk het Duinencircuit van Zandvoort en het TT-circuit van Assen. Maar ook de circuits van Zolder en Spa-Francorchamps in Belgie, Nurburgring, Hockenheim, Oschersleben en de Eurospeedway Lausitzring in Duitsland en het GP-circuit van Silverstone in Engeland stonden op het programma. Ook in het seizoen 2013 is de Supercar Challenge weer actief op verschillende circuits.
Het format
Er is in de afgelopen jaren een format ontwikkeld die het mogelijk maakt met twee rijders een wagen (en de kosten) te delen. De races in het kader van de Supercar Challenge vinden altijd plaats in het weekend. Op de vrijdag zijn er de vrije trainingen van 30 tot 60 minuten, op zaterdag de kwalificaties en de eerste race en op zondag een tweede race. De races duren minimaal 45 en maximaal 60 minuten in verband met het verbod op tanken en een verplichte pitstop.
Voor het veilig bijtanken zijn redelijk gecompliceerde en dure tankinstallaties nodig waar vooral de toerwagens niet over beschikken. Bijtanken met behulp van jerrycans en trechters is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
De keuring / scrutineering
In de Supercar Challenge wordt gereden met zeer verschillende wagens met verschillende motorvermogens. Er is een indeling gemaakt in zeven divisies; Super GT, GT, GTB, Supersport, Sport I, Sport II en Superlights. Deze indeling is gemaakt op basis van de verhouding tussen het wagengewicht en het motorvermogen. Dit wordt gecontroleerd door het Powerlog systeem wat in samenwerking met Ingenieursbureau Esquisse is ontwikkeld. Het bestaat uit een klein kastje wat in alle auto’s wordt gemonteerd. Met behulp van een G-krachtsensor, een gyroscoop en een GPS ontvanger voor o.a. het meten van de snelheid wordt via de gebruikelijke natuurkundige formules het vermogen berekend. Immers het gewicht van de wagen inclusief rijder is bekend en door de acceleratie te meten is eenvoudig het vermogen terug te rekenen.
Tijdens iedere race is er voor alle rijders een verplichte pitstop van 60 seconden die het mogelijk maakt van rijder te wisselen. Een deel van de wagens wordt namelijk bezet door twee rijders en een deel rijdt alleen.
Handicap regeling
Doordat er een grote verscheidenheid aan rijders deelneemt met verschillende ervaringsniveaus is er een zogenaamde ‘handicapregeling’. Indien een de deelnemer een wedstrijd wint moet hij tijdens de eerstvolgende race 15 seconden langer in de pits staan. De nummer twee moet dat 10 seconden langer doen en de nummer drie 5 seconden. Zodra een finishplaats lager dan 3 wordt gehaald wordt dit ook weer afgebouwd. Een vierde plaats leidt tot 5 seconden minder, een vijfde 10 seconden en een zesde plaats of lager 15 seconden totdat de standaard 60 seconden weer van kracht zijn. Dit systeem garandeert een optimale strijd tussen de pro’s, semi-pro’s en gentlemen drivers.